Lage rugpijn (lumbago) komt veel voor, vooral bij personen in de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar. De aandoening gaat dan ook gepaard met hoge maatschappelijke kosten als gevolg van ziekte verzuim en arbeidsongeschiktheid.
Lage rugpijn wordt in een aantal gevallen veroorzaakt door een pathologie (artrose, osteoporose, wervelkolommetastase, Bechterew, spondylolisthesis). Deze aandoeningen worden aangeduid als specifieke lage rugklachten. Dit betreft ongeveer 10% van de patiënten. De overige lage rugpijnklachten ( Hernia, intern discusletsel, ligamentletsel, spierscheur, facetgewricht, bekkenscheefstand, beenlengte verschil, enz…) worden aangeduid als A- specifiek. Dit betreft 90% van de patiënten.
Om dit te onderscheiden is een goede diagnose uiterst belangrijk. A- specifieke rugpijn kan talloze oorzaken hebben, en een veelvoud aan subgroepen. Dit maakt het onmogelijk een perfect ‘standaard’ therapeutisch behandelprogramma te ontwikkelen dat voor alle patiënten met a- specifieke rugklachten hetzelfde is. In de reguliere zorg wordt er middels richtlijnen onderscheid gemaakt tussen acute lumbago (rugpijn die minder dan 6 weken bestaat), subacute lage rugpijn ( 6 weken tot 3 maanden) en chronische lage rugpijn (meer dan 3 maanden). Ook wordt er onderscheid gemaakt tussen patiënten met of zonder psychosociale problematiek. Zo kan men acuut door de rug gaan, nauwelijks meer staan maar geen uitstraling in het been voelen. Of je krijgt een zeurende pijn in je rug nadat je drie uur aaneen hebt moeten staan (bv. een staande receptie). Of je krijgt in enkele dagen forse rugpijn waarbij zich een deviatie van de rug ontwikkelt en ook een lichte uitstralende pijn in een bil of been wordt gevoeld zonder dat er sprake is van neurologische Symptomen. Elke goede individuele benadering begint dus met een inschatting van de therapeut door welk mechanisme de persoonsgebonden rugpijn wordt veroorzaakt.
NBB is een stapsgewijs opgebouwde behandeling welke niet afhankelijk is van de door de patiënt ervaren pijn. Bv: Hoofdpijn kan vanuit de nek ontstaan of vanuit de thoracale wervels (borstwervels), maar ook door minder goed zien. Dit geldt ook voor pijn in de armen of het schoudergewricht. Een tennisarm ontstaat niet in het ellebooggewricht, maar meestal in de onderliggende borstspier. Het is van groot belang om nauwkeurig de oorzaak van de klacht op te zoeken en niet de klacht zelf te behandelen, dit kost veel tijd en geld en leid tot hoge kosten en ergernis van de patiënt.
